Nederland - Anno 1895
De glorietijden van het VOC zijn definitief achter de rug, Groot Britannie beheerst nu de wereldzeeën.
Guy, een jonge man in de fleur van zijn leven, was de uitzichtloze situatie op het platteland beu, de landbouwcrisis had zijn dorp zwaar getroffen en er was nergens werk te vinden. Hij besloot zijn kans te wagen en naar de stad te trekken. Voor zijn vertrek had hij van zijn overgrootvader als afscheidsgeschenk een map gekregen. Een schatkaart, volgens de oude kranige zeeman. Guy hechtte er niet veel geloof aan, maar omdat het waarschijnlijk de laatste keer was dat hij de oude man zag, speelde hij het spelletje mee. Op de achterkant van de kaart stond,
"Zoek de kleine bruggen op het eiland die de sleutel bevatten tot dit raadsel, ga daarna naar de tuin en zoek het kruis"
Eerste halte: Rotterdam. Al gauw stelde hij vast dat er nog anderen op het briljante idee waren gekomen om naar de stad te trekken. Na een paar dagen vruchteloos zoeken, besloot hij in de haven te gaan zoeken. Hij was dan wel geen zeeman, maar hij was wel een plantrekker. Op een plein in de buurt van de kade, zag hij een menigte staan. Nieuwsgierig sloot hij zich aan. Het was een toneelgezelschap dat een stuk ten berde bracht. Aangezien hij toch zeeën van tijd had bleef hij geamuseerd kijken naar het bonte gezelschap. Toen ze na de voorstelling met de hoed rondkwamen om geld op te halen, was hij niet te gierig om zijn bijdrage te leveren alhoewel hij zelf krap bij kas zat.
Plots, probeerde een man de hoed te stelen, maar dat was dan buiten Guy gerekend. Een stevige uppercut vloerde de onverlaat.
De regisseur sprak hem aan,
"Aangenaam, August is mijn naam. Hoe kan ik u bedanken ?"
"Met werk", flapte Guy er zonder nadenken uit!!! De man fronste even zijn wenkbrauwen en bekeek Guy van top tot teen, dit antwoord had hij niet verwacht !
"Kan je acteren?"
Euh ...
"Oke, ik begrijp het al. Kan je koken?"
Euh ...
"Hmmm, ook niet dus. We kunnen wel een jonge kracht gebruiken en wat hulp in de keuken. Het betaalt niet veel, maar je zal niets te kort komen en wie weet maken we van jou nog een rasechte acteur en komediant."
Ondertussen was het publiek afgedropen en wandelden ze samen in de richting van een felgekleurd schip. August vervolgde zijn betoog,
"We zijn een rondreizend gezelschap en trekken van haven tot haven met ons schip. Een oude 90 voet logger, waar vroeger nog haring mee gevangen is. Ons motto is "Fortuna Favet Fatuis"(Fortune Favours Fools), dat dragen we hoog in ons vaandel. Het geluk is aan de gekken en hoe meer gekken hoe meer vreugde."
Guy twijfelde niet langer en ging akkoord. De volgende maanden trok Guy samen met zijn kompanen van haven tot haven. Af en toe mocht hij zelfs een bijrol spelen. Op een dag toen ze te Amsterdam aanmeerden, kreeg hij een brief van zijn ouders. De oude man was een tijd geleden overleden. 's Avond tijdens het eten, vertelde Guy over zijn overgrootvader en zijn verre reizen ten tijde van het VOC naar Oost Indië. De kaart, die Guy ondertussen al lang vergeten was, kwam ter sprake. Zijn vrienden drongen aan om het te tonen. Samen bestudeerden ze de kaart van top tot teen. Waar zou dat mysterieuze eiland liggen ?
Plots zei August,
"Hé, ik ken dat eiland. Komaan, laten we op schattenjacht vertrekken."
"Ben je gek?", zei Guy. "We gaan toch niet helemaal naar de andere kant van de wereld varen !" August bekeek hem glimlachend en knipoogde,
"Het ligt dichter dan je vermoedt. En ja, we zijn allemaal gek !!! Fortuna favet fatuis"