TRW = Trage wegen
Een trage weg is een begrip dat hoofdzakelijk in Vlaanderen en Brussel wordt gebruikt om een openbare weg voor niet-gemotoriseerd verkeer aan te duiden, zoals wandelaars, fietsers of ruiters.
Ons land ligt bezaaid met trage wegen, samen vormen al die veldwegen, kerkwegels, jaagpaden, vroegere treinbeddingen, holle wegen, bospaden en doorsteekjes.
Op het platteland, in een dorpskern of verkaveling, zelfs in een stad. Verhard of niet verhard, breed of smal:
Een trage weg kan alle vormen aannemen. Of een weg traag is? Dat hangt uitsluitend af van de gebruikers.
Ze bieden vaak een alternatieve en verkeersveilige route voor bijvoorbeeld schoolgaande kinderen. Heel wat trage wegen maken een verbinding tussen dorpskernen, maar ook in steden vind je ze. Denk bijvoorbeeld aan jaagpaden naast het kanaal. Let op: zolang de breedte van de weg het toelaat, is het voor gemotoriseerd vervoer niet verboden om gebruik te maken van een trage weg. Tenzij een verkeersbord anders aanduidt, natuurlijk.