Het verre verleden.
Al enkele eeuwen voor het begin van de jaartelling zullen er mensen gewoond hebben in het gebied waar Marssum nu ligt. De Middelzee, welke Westergo van Oostergo scheidde, liet het wonen zonder terpen of dijken nog toe, omdat de zeespiegel toentertijd veel lager lag. Hiermee deden de terpen en “woonhoogten” hun intrede. Vermoedelijk zal dit in het begin van onze jaartelling geweest zijn. Toen in 1908 de terp tussen Marssum en Ritsumazijl werd afgegraven , werden daar scherven e.d. gevonden van ca. 200 jaar na Christus. Waarschijnlijk zijn de terpen in Marssum en omgeving sindsdien doorlopend bewoond geweest. Het wonen op de terpen was voor de mensen een goede beveiliging tegen het water van de Middelzee. Het nadeel was wel dat de gronden om de terpen heen slechts beperkt gebruikt konden worden, omdat eb en vloed hier vrij spel hadden. Dit laagliggende land kwam bij vloed veelal onderwater te staan. Het laagliggende land noemde men in het verleden”Mersken”. Mogelijk is hier de naam Marssum uit voortgekomen. In 1335 wordt in oude bronnen de naam “Mersum”genoemd.
Marssum in de 18e eeuw.
De bebouwing vonden we in de 18e eeuw vooral op de terp. Marssum was in die tijd aanzienlijk kleiner dan nu het geval is. Het aantal inwoners in 1749 was 383. Wegen kende ons dorp toen amper. De enige grote maar onverharde weg is de de weg van Leeuwarden, Marssum, Beetgum, Berlikum richting Franeker en Harlingen.