Stolpersteine in Zuidlaren Multi-Cache
Stolpersteine in Zuidlaren
-
Difficulty:
-
-
Terrain:
-
Size:  (small)
Related Web Page
Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions
in our disclaimer.
Deze cache leidt u langs de Stolpersteine in Zuidlaren. Deze zijn gelegd ter nagedachtenis aan Joden die tijdens de tweede wereldoorlog in Zuidlaren woonden.
De cacheroute is 4km lang. Zie ‘De Cache’ voor meer informatie.
ENGLISH DESCRIPTION LINK and chapter ‘De Cache’
Sinds 2000 legt de Duitse kunstenaar Gunter Demnig in Duitsland en ver daarbuiten gedenksteentjes voor de slachtoffers van het nazisme. Hij noemt ze Stolpersteine, struikelstenen. Het zijn keitjes van 10x10 cm afgedekt met een messing plaatje waarop staat: hier woonde, gevolgd door de naam, geboortedatum, sterfdatum en plaats van overlijden. Ze worden gelegd voor de huizen waar deze mensen gewoond hebben. De Stolpersteine zijn bedoeld om de weggevoerde en vermoorde mensen bij naam te noemen en ze een plaats terug te geven, ter herinnering, maar ook om mensen aan het denken te zetten. Meer dan 15 duizend Stolpersteine zijn er tot nu toe gelegd.
Zuidlaren telde vlak voor de oorlog een kleine joodse gemeenschap - restant van de kille (van kehila, een zelfstandige plaatselijke gemeente van het Nederlandsch Israëlitisch kerkgenootschap) die van 1883 tot 1925 bestond - waarvan twintig personen deel uitmaakten. Sommigen van hen dreven winkels aan de Stationsstraat, een ander was koudslager, weer een ander hoofd van een plaatselijke school. Ze maakten met hun gezinnen deel uit van de dorpsgemeenschap, hun kinderen gingen er naar school, ze waren actief in het verenigingsleven, één was zelfs geruime tijd lid van de locale gemeenteraad. Ze waren gewoon 'Zuudlaorders onder de Zuudlaorders'. Na 1940 veranderde dat dramatisch. Ten gevolge van de anti-joodse maatregelen van de bezetter raakten ze steeds meer geïsoleerd tot ze tenslotte - op één persoon na; hij zou als enige de oorlog overleven - via Westerbork werden gedeporteerd naar de vernietigingskampen in Polen. Lange tijd werd er gezwegen over hun lot, aanvankelijk misschien uit schaamte, later omdat ze eenvoudigweg vergeten dreigden te worden. Sinds 2000 staan hun namen echter vermeld op de gedachtenissteen tegen de muur van de oude synagoge, die in 2007 werd gerestaureerd en sindsdien weer als zodanig gebruikt wordt. Doordat op 19 april 2011 zogenaamde 'Stolpersteine' werden geplaatst bij de huizen waar de joodse Zuidlaarders ooit woonden hebben ze als het ware ook weer letterlijk hun plek terug gekregen in de dorpsgemeenschap. Opdat wij hen niet zullen vergeten.
Kinderen van de fröbelschool aan het Schoolplein (nu: Kerkbrink).
Tweede van links op de voorste rij is Siemon van Dam, en derde van links op de tweede rij van boven is Simon de Vries.
De Cache
Zoals hierboven reeds vermeld leidt de cache u langs de Stolpersteine in Zuidlaren. De cacheroute is 4km lang en ook met de fiets of auto te doen.
Het is NIET TOEGESTAAN om deze cache in de nacht te doen. Respecteer dit!!!!
- Wandelen/Fiets: Mocht u de rondwandeling willen maken of de route per fiets afleggen, dan kunt u, vanaf de PARKING het beste de route in volgende volgorde lopen S5,S4,S3,S1,S2.
- Auto: Mocht u de route grotendeels per auto af willen leggen dan kun u het beste S4 en S5 eerst bezoeken, waarna u parkeert op de PARKING om de overige stages te bezoeken. (S3 kan ook met de auto worden bezocht, maar wordt niet aangeraden)
Erepodium
FTF: Stocaz STF: CeesKoek TTF: Team Dito
The Cache route will show you the Stolpersteine in Zuidlaren. The route is 4km long and can also be driven by bike or car.
It's NOT ALLOWED to do this cache at night. Respect this!!!
- Walk/Bike: If you want to walk or go by bike start from the PARKING.
- Car: The route can be driven largely by car. You may want to visit S4, S5 first and then park at PARKING to visit the other stages. (S3 can also be visited by car, but this is not recommended)
De Stages
Stationsweg 14-16 (Stage 1)
In dit pand bevond zich ooit de zaak in manufacturen, confectie, meubels en luxe artikelen van Moos (Mozes Machiel) Cohen. Volle neef van Izaäk van Dam en tegelijk zijn grootste concurrent. Dat ging zelfs zo ver dat Moos in 1937 uit de Zuidlaarder Handelsvereniging — waarvan zijn neef voorzitter was — trad en een eigen Winkeliersvereniging oprichtte! Moos werd in 1888 geboren te Eext als zoon van Salomon Cohen en Hendrikje Rosenbaum. Zijn moeder was dus een zuster van Van Dams moeder en beide waren ze dochters van Itzig Rosenbaum, die aan de wieg stond van de kleine joodse kille te Zuidlaren. In 1919 trouwde Moos Cohen met Sophia Meijer, geboren 1894 te Vlagtwedde, dochter van de veehandelaar Benjamin Meijer en Geertje Braaf. Ze kregen twee kinderen: Salomon Benjamin (geboren 1920 te Zuidlaren en genoemd naar zijn beide grootvaders, hij zou later veeartsenij studeren in Utrecht) en Gerda Henny (geboren 1925 te Zuidlaren en genoemd naar haar beide grootmoeders). Ze had opvallend rood haar en werd dan ook prompt — jaren voor Hanny Schaft - ‘het meisje met het rode haar’ genoemd. Ze maakte de MULO af in Zuidlaren en volgde een opleiding tot kapster. Moos boerde goed en wist zelfs nog een filiaal te openen in Annen, dat gerund werd door zijn naaste medewerker Bertus Kingma. Toen brak de oorlog uit. Ook Moos Cohen probeerde in de meidagen van ’40 tevergeefs met een boot naar Engeland te komen en onderging daarna — als zovele andere joden de vernederingen ten gevolge van de anti-joodse maatregelen van de bezettende overheid. Zijn winkel werd overgenomen door een zogenaamde ‘Verwalter’, leeggeroofd en tenslotte geconfisceerd. In augustus 1942 werden Moos en Sophie samen met hun dochter opgepakt en zouden nog een nacht hebben doorgebracht in de cellen achter het oude gemeentehuis. Bertus Kingma heeft ze daar nog opgezocht. De andere dag werden ze met de beide families Van Dam naar de Brink gebracht vandaar zouden ze met een sleperswagen naar het station in Tynaarlo zijn gereden en vervolgens kwamen ze gezamenlijk in Westerbork terecht. Zo werd het Noorden ‘judenrein gemacht’.
Op 28 augustus gingen ze op transport en werden drie dagen daarna in Auschwitz-Birkenau om het leven gebracht. Sallo overleefde hen bijna een jaar en stierf op 11 juni 1943 in Sobibor. Lange tijd hadden we geen beeld van de familie Cohen, tot enkele jaren een nicht van Sophie Cohen-Meijer, mevr. Liny Rosenberg-Meijer uit Amstelveen, liet weten dat zij nog foto’s van ze had. Van Moos en Sophie in een KLM-vliegtuig op het vliegveld Eelde, en van Sallo en Gerda tijdens een zeiltocht op het Zuidlaarder Meer. Zo kregen namen voor een gezicht.
Stationsweg 42 (Stage 2)
Schuin tegenover het onderwijzersechtpaar Van Dam, waarover u bij het volgende punt kunt lezen, bevond zich aan de Stationsweg de winkel annex woonhuis van Izaäk van Dam, in de volksmond ‘jeude van Dam’. Hij werd geboren in 1893 te Warfhuizen (gemeente Leens) als zoon van de veehandelaar Simon van Dam en diens vrouw Martha Rosenbaum. lzaäks moeder was de dochter van ltzig Rosenbaum, die eveneens Zuidlaarder van geboorte was en één van de ‘founding fathers’ was van de kleine joodse gemeente alhier die van 1883 tot 1925 heeft bestaan. In 1919 trouwde Izaäk met Eva Nathans, geboren in 1893 te Haren, dochter van Siemon Nathans en Betje de Jong, kleindochter van Nathan Nathans, één van de stichters van de synagoge (zijn naam staat in steen gebeiteld tegen de achtergevel van het sjoeltje van Zuidlaren. Direct na hun huwelijk betrokken lzaäk en Eva het winkelpand aan de Stationsweg 42 en vestigden daar een soort ‘winkel van Sinkel’ waar inderdaad van alles te koop was: manufacturen, confectie, meubels, luxe artikelen, galanterie, enz. De Van Dams kregen er vijf kinderen, allen dus geboren in Zuidlaren: Martijn Bertus (geb. 1921), Siemon Machiel (geb. 1922), Martha Betje (geb. 1929, genoemd naar beide grootmoeders, het meisje kwam in 1931 om het leven toen het in een onbewaakt ogenblik een ketel heet water over zich heen kreeg; ze ligt begraven op de Joodse Begraafplaats van Zuidlaren), Bernard Max (geb. 1932) en tenslotte het jongste kind Machiel Nico, dat in 1935 werd geboren, maar al vier dagen na de geboorte overleed, Ook hij werd begraven in Zuidlaren op de Begraafplaats aan de Wolferdinge. Izaäk van Dam was behalve een succesvol zakenman ook een vooraanstaand man in de Zuidlaarder samenleving van voor de oorlog. Hij was bestuurslid van de Zuidlaarder Handelsvereniging en zelfs — van 1937-1940 — lid van de gemeenteraad voor de Vrijzinnig Democratische Bond. Hij droeg ertoe bij dat Zuidlaren straatnaambordjes kreeg (belangrijk voor het opkomend toerisme en dus ook voor de plaatselijke middenstand!). Begin 1940 nam hij ontslag als gemeenteraadslid vanwege ‘de droevige toestanden die wij thans doorleven’. Hij probeerde zijn zaak te verkopen, want hij wilde graag met zijn gezin naar Amerika emigreren, op uitnodiging van enkele neven van hem, die het daar inmiddels zo’n beetje hadden gemaakt. Maar hij wachtte te lang en op 10 mei 1940 kon hij nergens meer heen. Een poging nog een schip naar Engeland te vinden, mislukte. Vanaf dat moment zat het gezin in de val. Nog zocht hij onderduikplekken voor zijn oudste zoons en inderdaad vonden ze plaats bij boeren in Twijzel en Drachtstercompagnie. Maar op zeker moment liet vader Van Dam weten dat hij zijn zoons nodig had in het bedrijf (maar waarschijnlijk misten zijn vrouw en hij hun jongens). Later — toen het al maar moeilijker werd voor joden in ons land - bewogen Zuidlaarder verzetsmensen de jongens van Van Dam ertoe in een onderduikplek onder een garage op het terrein van Dennenoord weg te kruipen, maar dat hielden ze niet vol. Niet lang daarna liepen ze al weer door het dorp. Kennelijk is dat uitgelekt en werden ze opgepakt en naar Groningen gebracht waar ze enige tijd vast zaten. Ook één van de verzetsmensen — M.W. ten Haaf, smit op ‘Dennenoord’, zat enige tijd gevangen. De anderen konden de dans ontspringen. Ook vader Van Dam zou op zeker moment naar Groningen, nadat hij de avond tevoren drie koffers met winterkleren in bewaring had gegeven bij Siert Drenth aan de Verlengde Stationsweg die ooit bij hem in de leer was geweest. Jaren later vond zijn vrouw een prachtige chanoekija tussen de kleren, die nu in de synagoge wordt ten toon gesteld. Op zeker moment — 24 augustus 1942 — werden ook Eva van Dam en haar kleine zoon Bernard door een Nederlandse politieman van huis gehaald en op de trein naar Groningen gezet. Daar zouden ze herenigd zijn met de anderen gezinsleden en samen naar Westerbork zijn gebracht. Mevr. Hamminga-Boon, echtgenote van een plaatselijke huisarts zag de ’Zuidlaarder joden’ vanaf station Hooghalen naar kamp Westerbork lopen. Ook zij gingen vrijwel onmiddellijk op transport Izaäk schreef vanuit de trein nog een briefkaartje aan de vriendjes van zijn jongste zoon: Jan en Roel Janssens. De tekst ervan staat op het joodse monument gebeiteld "Beste Jan en Roelie, we zitten in de trein en gaan heel ver weg. Tot ziens jongens, groeten van Pa en Moe en jongens, Bernard". Op 31 augustus 1942 werden Eva van Dam-Nathans en haar zoontje Bernard in Auschwitz-Birkenau vergast. Vader Van Dam en de jongens overleefden nog enige tijd, maar geen van hen zou de oorlog overleven. Abelieke Janssens, dochter van Bemard’s vriendje Jan Janssens werkt momenteel aan een boek over de familie. ln Auschwitz kwam ook Betje Polak om het leven, geboren te Sleen, als dochter van Philip Polak en Aaltje Nathans, zuster van Eva en Anna Nathans, nichtje dus van de Van Dams, bij wie ze enige tijd in de winkel had gestaan. Met haar jongere broer Simon (geboren 1918) wordt ze opgepakt in Assen en naar Westerbork gebracht. Op 8 oktober 1942 komt ze in Auschwitz om het leven. Ook haar broer overleefde de oorlog niet.
Bernhardlaan 12 (Stage 3)
Gedurende de oorlog droeg deze straat een andere naam (Beukenlaan?), omdat elke verwijzing naar prins Bernhard en met hem ook alle toenmalige leden van het koninklijk huis natuurlijk uit den boze was. Hier woonde tot het moment van hun wegvoering het echtpaar Jakob van Dam en Anna van Dam-Nathans. Jakob werd in 1885 geboren te Stedum als zoon van Victor van Dam en Jette van Hoorn. Zijn vrouw kwam ter wereld in Haren als dochter van de textielwinkelier Siemon Nathans en zijn vrouw Betje de Jong. Ze was een jongere zuster van Eva Nathans, de vrouw van Izaäk van Dam (verre familie van Jakob van Dam). Jakob van Dam was hoofdonderwijzer van de Openbare Lagere School te Schuilingsoord (waar nu de peuterspeelzaal in is gevestigd) en woonde aanvankelijk in het huis naast de school. Toen hij 1931 solliciteerde naar de vacante functie aan deze school had dat nogal wat voeten in de aarde. In de gemeenteraad van Zuidlaren werd er uitgebreid over gesteggeld, want een joods schoolhoofd, dat kon toch eigenlijk niet, Maar hij werd uiteindelijk toch benoemd. In 1941 kreeg hij als zovele joodse ambtenaren ontslag en moest hij ook de onderwijzerswoning verlaten. Zo kwamen ze tenslotte te wonen aan de Bernhardlaan, schuin tegenover de andere Van Dams. En daar hadden ze ook nog enige tijd Anna’s vader in huis, de oude Siemon Nathans, die er op 11 juli 1941 overleed op 85-jarige leeftijd. Hij werd begraven naast zijn vrouw - die in 1929 was overleden op de Joodse begraafplaats Selwerderhof te Groningen, Op 25 augustus 1942 werden ze opgehaald en naar Westerbork gebracht, waarschijnlijk samen met lzaäk en Eva van Dam en hun drie zoons. Ze werden vrijwel onmiddellijk op transport gesteld naar Auschwitz waar ze kort na aankomst werden omgebracht in de gaskamer van Auschwitz-Birkenau.
Esweg 19 (Stage 4)
Tot voor een paar jaar stond op deze plek nog het huis waar ooit Israël en Eva Joosten woonden met hun jongste dochter Martha. Inmiddels is het verdwenen en alleen het plaatsen van deze drie stenen zal aan de vergetelheid ontrukken dat hier ooit een joods gezin heeft geleefd en gewerkt. Het waren eenvoudige mensen. Israël werd in 1874 in Zuidlaren geboren als jongste kind van ‘v1eeshouwer’ Mozes Joosten en Siena Wijnberg. Siena was de dochter van Philippus Wijnberg, eerste voorzitter van de kille Zuidlaren en medestichter van de synagoge (zijn naam staat op de stichtingssteen in de achtergevel) Beide ouders Joosten liggen begraven op de kleine joodse begraafplaats van Zuidlaren. Israëls oudere zus Mietje en broer Hessel kwamen met hun echtgenoten en kinderen om in Sobibor, broer Philip stierf in kamp Westerbork. Net als zijn vader bekwaamde Israël zich in het slagersvak, met dien verstande dat hij zich later bekwaamde in het vak van ‘koudslager’ (verwerking van dode dieren). Hij was twee maal gehuwd. Uit zijn eerste huwelijk — zijn eerste vrouw is jong overleden — werden dochter Siena Jantiena (geb. 1897 Zuidlaren) en zoon Mozes (geb. 1900 Groningen) geboren, uit zijn tweede huwelijk met Eva Gans (geb. 1880 Uithuizen) werden vier dochters geboren - Siena Henderika (geb. 1907 Borger), Jantje (geb. 1909 Haren), Bertha (1911 Zuidlaren) en Martha (geb. 1920 Zuidlaren) - en een zoon Philippus (geb. 1915 Zuidlaren). De oudste kinderen zijn op één na allemaal met hun echtgenoten en kinderen omgebracht in de vernietigingskampen. Israël en Eva Joosten stierven met hun jongste dochter Martha op 19 november 1942 in Auschwitz- Birkenau. Flip Joosten was de enige van het gezin die de oorlog overleefde. Waarschijnlijk had dat te maken met het feit dat hij kort voor de oorlog was overgegaan tot het christelijk geloof. Daardoor werd de band met zijn familie verbroken — zijn vader wilde hem niet meer ontmoeten — maar kreeg hij als gedoopte jood voldoende uitstel van deportatie om te kunnen onderduiken. Na de oorlog keerde hij terug naar Zuidlaren en woonde korte tijd in het Noorderpaviljoen. Daarna vertrok hij als militair naar Indië en monsterde vervolgens aan op de grote vaart. Hij is drie maal gehuwd geweest en stierf na een turbulent leven in 1991 te Amsterdam.
Annerweg 13 (Stage 5)
Hier woonde voor de oorlog het gezin van Bernard en Eva de Vries. Bernhard werd in 1885 in Hoogezand geboren en was koopman in lompen en metalen. Op zondag stond hij met een kar met handel, o.a. appelen, op de Brink. Eva Henderika Magnus kwam in 1891 ter wereld. Ze kregen vier zoons van wie de oudste — Levie — in 1935 naar Amsterdam vertrok om daar werk te vinden in de diamanthandel. Hij zou er de oorlog overleven. Zijn drie broertjes Jacob, Aäron en Simon woonden nog in Zuidlaren toen hun vader in 1939 in het ziekenhuis te Groningen overleed. Moeder Eva werd een halfjaar later opgenomen en in de joodse psychiatrische inrichting ‘Het Apeldoornse Bos’ te Apeldoorn. Daar werd ze op de koude winteravond van 21 januari 1943 als één van de 1300 patiënten samen met het verplegend personeel ingeladen in een lange trein die al klaar stond — sommige in pyjama, andere, bedlegerige patiënten zelfs op matrassen — en via Westerbork weggevoerd naar Auschwitz waar ze onmiddellijk na aankomst op 25 januari 1943 werden omgebracht in de gaskamers. Het gezin raakte uiteen. Jacob de Vries wist er het leven af te brengen en vertrok na de oorlog naar Canada, waar hij een paar jaar geleden nog in goede gezondheid verbleef. De beide andere jongens — Aäron en Simon — doken onder, maar werden respectievelijk in Groningen en in Utrecht opgepakt. Aäron stierf op 29 oktober 1942 in Auschwitz-Birkenau, zijn broertje was daar op 15 augustus 1942 overleden. Omdat moeder en kinderen feitelijk al voor de oorlog Zuidlaren verlaten hadden werden de namen van de omgekomen gezinsleden niet vermeld op het monument tegen de muur van de synagoge. Achteraf bezien is dat jammer, omdat hun namen waarschijnlijk nergens anders vermeld staan. Door deze ‘Stolpersteine’ te plaatsen voor het huis waar ze als gezin het laatst hebben gewoond wordt in die leemte enigszins voorzien.
Final
De stash bevind zich op:
N 53° 05.ABC
E 006° 41.DEF
Betreden van privé terrein is NIET nodig om de cache te loggen!!
Respecteer dit a.u.b.
Additional Hints
(Decrypt)
[NL] Mbrxra tnng infg ina rra yrvra qnxwr.