De Melkfabriek
De geschiedenis
Er stonden omstreeks 1905 zuivelfabrieken in Leek, Marum, de Wilp, Noordwijk, Grootegast, Niekerk en Lutjegast. Ook in Doezum werd een plan gemaakt om er een fabriek te bouwen om de melk van de boeren te verwerken. Men bedacht een naam: de N.V. Stoomzuivelfabriek "De Kale Weg". De plaats waar de fabriek zou komen te staan werd op 3 april 1909 gekocht. De oprichters waren: K. Scheffer (veehouder en voorzitter), W. Hazenberg (veehouder), Gj. Keizer (veehouder), B. de Wit (veehouder), A. Folkerts (graanhandelaar), J. Veenbaas (predikant), A. Flokstra (winkelier en 1e directeur).
De fabrieken in Leek, Lutjegast en Grootegast gingen snel weer dicht en die van Niekerk ging door brand verloren. De gemeente was schijnbaar erg blij met de komst van de melkfabriek, want op 15 maart, nog geen week na de bouwaanvraag, werd de vergunning gegeven om de fabriek te bouwen. De fabriek die gebouwd werd bestond uit één gebouw van ± 8,5 bij 16 meter. Er zat een melkontvangst, een centrifuge- en karnlokaal, een kaaslokaal, een pekellokaal, twee koellokalen, een melkonderzoeksruimte en een ondermelkafvoer met daarnaast een machinekamer voor de stoommachine.
Na verloop van tijd werd deze fabriek onderdeel van de Lijempf: Leeuwarder IJs en Melk Producten Fabrieken. Er volgde een gestage groei van de Lijempf, vanaf de oprichting in 1912 tot 19 fabrieken in 1952, van nog geen 500 werknemers in 1912 tot meer dan 2000 in 1952.
Vrij snel na 1952 raakte de Lijempf in een schier onuitputtelijk aftakelingsproces, waarbij de ene reorganisatie op de andere volgde. Ook toen de vennootschap zijn zelfstandigheid had moeten prijsgeven gingen die onverminderd door. Op den duur bleef in Leeuwarden alleen een verpakkingsbedrijf over, dat in 1995 door de eigenaar van de hand werd gedaan en later onder een andere naam voortgezet. En daarmee was de naam Lijempf verdwenen uit Friesland en Groningen, maar niet uit Nederland. In Kampen bestaat tot op de huidige dag een zuivelbedrijf - eens onderdeel van het Leeuwarder Lijempf concern – dat de oude naam nog voert.
In de goede tijd werd boter uitgevoerd naar 21 buitenlandse markten, kaas naar 28, gecondenseerde melk naar 39 en melkpoeder naar 18 buitenlandse markten.
In 1970 werden de fabrieken in Winsum, Briltil, Doezum (deze dus) Tolbert en Drachten overgedragen aan DOMO Beilen.
In Juli 1973 werd de NV Lijempf overgenomen door de Koninklijke Wessanen NV in Wormerveer.
Bron: www.zuivelhistorienederland.nl